Opzet van de KP-opleiding
De KP-opleiding bestaat uit een cursorisch en praktijkgedeelte en omvat ten minste 4885 uren, verspreid over vier jaar.
Algemeen
De specialistische opleiding tot klinisch psycholoog is een vierjarige, duale opleiding die voortbouwt op de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog. De opleiding bestaat uit een twee componenten: een cursorisch deel en een praktijk deel. Zo volg je een deeltijds opleidingsprogramma en combineer je dit met praktijkwerkzaamheden. Het cursorische onderwijs en de praktijkwerkzaamheden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. De opleiding is opgebouwd conform het opleidingsbesluit van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten (FGzPt).
- Het cursorische deel volg je bij PPO. Het aantal uren komt gemiddeld neer op één keer in de twee weken een lesdag. Dit is niet altijd het geval omdat het onderwijs is opgedeeld in modules. Daarom zijn er periodes met elke week les en periodes zonder les. Een lesdag is meestal van 9.30 tot 16.30 uur inclusief een uur pauze. Af en toe is er ’s avonds les van 18.00 tot 20.00 uur. Voor een lesdag staat er ongeveer 8 uur voorbereidingstijd.
- De praktijkuren haal je door minimaal 24 uur per week praktijkwerkzaamheden uit te voeren.
- De opleiding bestaat uit vier onderdelen: diagnostiek, behandeling, wetenschappelijk onderzoek en beleid, innovatie en management.
PPO start met een of twee opleidingsgroepen van de KP-opleiding per jaar. Dit hangt af van het aantal aanmeldingen. Er start in ieder geval een opleidingsgroep in november.
Breed opleiden en diversiteit
PPO stelt zich als doel het opleiden van professionals ten behoeve van het gehele werkveld en de steeds veranderende zorgvragen. Breed opleiden en diversiteit spelen een grote rol binnen zowel het cursorische gedeelte als het praktijkgedeelte van de opleiding.
In de opzet van de KP-opleiding in Groningen staan volwassen en ouderen daarom niet centraal. In de opleiding tot Klinisch Psycholoog bij PPO zijn de twee leeftijdsdifferentiaties, K&J en V&O, gecombineerd. Praktijkopleidingsinstellingen dienen de gios voldoende gelegenheid te bieden om gevarieerde werkervaring op te doen. Voor dit doel worden vijf diversiteitsaspecten onderscheiden:
- leeftijd (kinderen/jeugd – volwassenen – ouderen)
- intelligentieniveau (verstandelijk beperkt – normaal begaafd – hoogbegaafd)
- setting (open – gesloten; ambulant – deeltijd – klinisch)
- sector (ziekenhuiszorg, forensische zorg, verslavingszorg, gehandicaptenzorg, revalidatie, GGZ, jeugdzorg)
- werkwijze (individueel/groep – mediatief)
Om voldoende diversiteit in het opleidingstraject te creëren is vaak uitruil met/detachering naar een andere organisatie nodig. Ten minste een derde van het totaal aantal praktijkuren met betrekking tot diagnostiek en behandeling wordt op/bij verschillende, complementaire afdelingen of praktijkopleidingsinstellingen uitgevoerd. Een opleideling dient met ten minste twee verschillende sectoren in aanraking te komen.
K&J of V&O
De opleiding leidt op voor de KP BIG art. 14 registratie. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen K&J en V&O. Wil je je tijdens de opleiding meer richten op K&J of liever op V&O? Dat kan bijvoorbeeld door bijbehorende supervisies te volgen, casussen in te brengen en bepaalde cursussen te kiezen in het cursorisch gedeelte.
Competentiegericht opleiden
De opleiding is vormgegeven aan de hand van de principes van competentiegericht opleiden. Hierin staat het competentieprofiel KP centraal. Kenmerkend voor competentiegericht opleiden is de actieve rol van de gios binnen het eigen opleidingstraject. Meer achtergrondinformatie over competentiegericht opleiden vind je in het opleidingsplan KP en het toetsboek KP.
Lukt het niet in vier jaar?
In overleg met de praktijkopleidingsinstelling en PPO is het in sommige gevallen mogelijk om met de opleiding uit te lopen, bijvoorbeeld in het geval van zwangerschap of ziekte. Je kunt zowel de cursorische uren als de praktijkuren dan later inhalen. Dit moet wel binnen 8 jaar want dat is de termijn die is vastgesteld in de Onderwijs- en Examenregeling.